Ga direct naar:
Huurbepalingen
Welke regels gelden er wanneer u via Mediastar huurt?
Mediastar BV treedt op als bemiddelaar voor derden, of verhuurt eigen panden.
In beide gevallen gelden dezelfde algemene voorwaarden:
ALGEMENE BEPALINGEN HUUROVEREENKOMST
WOONRUIMTE
Model door de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ)
op 30 juli 2003 vastgesteld en op 31 juli 2003
gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank te
Den Haag en aldaar ingeschreven onder nummer
74/2003. ledere aansprakelijkheid voor nadelige
gevolgen van het gebruik van de tekst van het
model wordt door de ROZ uitgesloten.
Gebruik
1.1 Huurder dient het gehuurde -gedurende de
gehele duur van de overeenkomst -daadwerkelijk,
behoorlijk en zelf te gebruiken uitsluitend
overeenkomstig de in de huurovereenkomst
aangegeven bestemming en met inachtneming van
bestaande beperkte rechten en de van
overheidswege, brandweer en de nutsbedrijven
gestelde of nog te stellen eisen ten aanzien van
het gebruik van het gehuurde. Onder
nutsbedrijven wordt tevens verstaan soortgelijke
bedrijven die zich bezighouden met de levering,
het transport en de meting van het verbruik van
energie, water en dergelijke. Tenzij er bij
aanvang van de huurovereenkomst sprake is van
verhuur van gestoffeerde en/of gemeubileerde
woonruimte, dient huurder het gehuurde bij
aanvang van de huur te stofferen en te
meubileren. Huurder zal het gehuurde voldoende
gestoffeerd en gemeubileerd houden.
1.2 Huurder zal zich gedragen naar de mondelinge
of schriftelijke aanwijzingen door of namens
verhuurder gegeven in het belang van een
behoorlijk gebruik van het gehuurde en van de
ruimten, installaties en voorzieningen van het
gebouw of complex waarvan het gehuurde deel
uitmaakt.
1.3 Huurder is -zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van verhuurder -niet
bevoegd het gehuurde geheel of gedeeltelijk in
huur, onderhuur of gebruik aan derden af te
staan, daaronder begrepen het verhuren van
kamers en het verlenen van pension of het doen
van afstand van huur. Een door of vanwege
verhuurder gegeven toestemming is eenmalig en
geldt niet voor andere of opvolgende gevallen.
1.4 Ingeval huurder handelt in strijd met het
bepaalde in 1.3 verbeurt hij aan verhuurder per
kalenderdag dat de overtreding voortduurt een
direct opeisbare boete, gelijk aan driemaal de
op dat moment voor huurder geldende huurprijs
per dag met een minimum van € 45,-- per dag,
onverminderd het recht van verhuurder om
nakoming dan wel ontbinding wegens wanprestatie,
alsmede schadevergoeding te vorderen voor zover
de schade de boete overstijgt. Verder dient
huurder alle daardoor verkregen inkomsten aan
verhuurder af te dragen.
1.5 Indien verhuurder redenen heeft om aan te
nemen, dat huurder het gehuurde zonder
toestemming van verhuurder geheel of
gedeeltelijk in gebruik of onderhuur heeft
afgestaan of daarin pension verleent, is huurder
verplicht mee te werken aan een daarop gericht
onderzoek van verhuurder. Desgevraagd is huurder
onder meer verplicht de personalia van de
gebruiker(s) of onderhuurder(s) te verstrekken.
1.6 Het is huurder niet toegestaan tot het
gehuurde behorende bergruimten, garages e.d. als
leefruimte, als opslag anders dan voor eigen
niet-bedrijfsmatig gebruik, als werkplaats of
als verkoopruimte te gebruiken dan wel
anderszins in of nabij deze ruimten verkopingen
te houden of te doen houden.
1.7 Verhuurder is gehouden om het gehuurde op de
beoogde ingangsdatum van de huur aan huurder ter
beschikking te stellen. Wanneer verhuurder
echter buiten zijn schuld het gehuurde niet
tijdig ter beschikking kan stellen -bijvoorbeeld
doordat de vorige huurder in strijd met gemaakte
afspraken het gehuurde niet tijdig heeft
ontruimd, verhuurder tijdig aangevraagde
vergunningen niet tijdig heeft verkregen of
doordat het gehuurde niet tijdig is
gereedgekomen -is verhuurder daarvoor niet
aansprakelijk en vangt de huur eerst aan op de
datum waarop verhuurder het gehuurde aan huurder
ter beschikking stelt, dit laatste tenzij
huurder voordien schriftelijk aan verhuurder
heeft meegedeeld dat hij de huur niet meer
gestand wenst te doen. Wanneer verhuurder het
gehuurde niet tijdig ter beschikking kan stellen,
is verhuurder slechts gehouden om onverwijld die
maatregelen te treffen die een verdere
vertraging tot een minimum beperken.
Toestand bij begin en einde huur
2.1 Het gehuurde wordt/is bij aanvang van de
huurovereenkomst aan huurder opgeleverd en door
huurder aanvaard in goede staat, zonder gebreken.
Dat is de staat waardoor het gehuurde aan
huurder het genot kan verschaffen dat huurder
bij aanvang van de huurovereenkomst mag
verwachten van een goed onderhouden zaak van de
soort waarop de huurovereenkomst betrekking
heeft. De staattoestand waarin het gehuurde zich
bij het begin van de huur bevindt, wordt
vastgelegd in een te dateren en in tenminste in
tweevoud op te maken inspectierapport/beschrijving,
dat/die door partijen wordt ondertekend en
waarvan elk van partijen een exemplaar ontvangt.
Mocht er bij aanvang van de huurovereenkomst
sprake zijn van een gebrek dan wordt dit in het
inspectierapport de beschrijving vermeld. Een
dergelijk gebrek wordt door verhuurder binnen
een redelijke termijn verholpen. Indien
verhuurder zulks nalaat is verhuurder slechts in
verzuim nadat huurder verhuurder in gebreke
heeft gesteld.
2.2 Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen,
zal huurder het gehuurde bij het einde van de
huurovereenkomst of bij het einde van het
gebruik van het gehuurde, aan verhuurder
opleveren in de staat die bij aanvang van de
huur is beschreven, waarbij rekening moet worden
gehouden met latere door verhuurder verrichte
werkzaamheden en de normale slijtage en
veroudering.
2.3 Verder wordt het gehuurde opgeleverd geheel
ontruimd, vrij van gebruik en gebruiksrechten,
behoorlijk schoongemaakt, onder afgifte van alle
sleutels aan verhuurder. Huurder is verplicht
alle zaken die door hem in, aan of op het
gehuurde zijn aangebracht of door hem van de
voorgaande huurder of gebruiker zijn overgenomen
op eigen kosten
1
te verwijderen, tenzij anders schriftelijk is
overeengekomen. Bovendien zal huurder de door de
verwijdering van zaken toegebrachte schade aan
het gehuurde herstellen, de niet behangen wanden
en plafonds in de kleur wit opleveren en indien
tot het gehuurde een tuin behoort, de grond
onvervuild en behoorlijk (zonder kuilen of gaten)
achterlaten.
2.4 Partijen zullen het gehuurde bij
beëindiging van de huurovereenkomst gezamenlijk
inspecteren. Daarbij wordt door verhuurder een
door partijen te ondertekenen inspectierapport
opgemaakt. Dit inspectierapport wordt vergeleken
met het inspectierapport, dat bij aanvang van de
huur is opgemaakt.
Vervolgens wordt vastgesteld of huurder
onderhouds- en herstelwerkzaamheden moet
verrichten. Indien huurder geen medewerking
verleent aan de inspectie, worden de in het
inspectierapport weergegeven bevindingen van
verhuurder voor juist gehouden, behoudens
tegenbewijs door huurder.
2.5 Huurder zal de in het inspectierapport
vermelde onderhouds- en herstelwerkzaamheden
verrichten voordat hij het gehuurde definitief
verlaat.
2.6 Als huurder geen of onvoldoende uitvoering
geeft aan de in het inspectierapport weergegeven
onderhouds- en herstelwerkzaamheden dan is de
verhuurder gerechtigd om die werkzaamheden voor
rekening van huurder te laten uitvoeren zonder
dat huurder daarvoor door of namens verhuurder
in gebreke behoeft te worden gesteld. Voor eerst
bij of na de ontruiming van de woonruimte aan
het licht tredende schade die huurder had
behoren te herstellen of voor eerst dan
blijkende werkzaamheden die huurder had behoren
te verrichten, is verhuurder eveneens gerechtigd
die werkzaamheden voor rekening van huurder te
laten uitvoeren zonder dat huurder daarvoor door
of namens verhuurder in gebreke behoeft te
worden gesteld.
2.7 Over de tijd die met de uitvoering van de
werkzaamheden is gemoeid, teneinde het gehuurde
in de staat als bedoeld in 2.2 te brengen,
gerekend vanaf de datum van het einde van de
huurovereenkomst, is huurder aan verhuurder een
bedrag verschuldigd, berekend naar de laatst
geldende huurprijs en vergoeding wegens
bijkomende leveringen en diensten, onverminderd
verhuurders aanspraak op vergoeding van verdere
schade en kosten. Huurder kan aan deze bepaling
geen rechten ontlenen.
2.8 Huurder verliest het bezit van zaken waarvan
hij wordt geacht afstand te hebben gedaan door
deze in het gehuurde achter te laten bij het
daadwerkelijk verlaten van het gehuurde. Deze
zaken kunnen door verhuurder, naar verhuurders
inzicht, zonder enige aansprakelijkheid
zijnerzijds, op kosten van huurder worden
verwijderd zonder dat op verhuurder een
bewaarplicht rust. Verhuurder is vrij om over
deze zaken te beschikken. Hij heeft het recht om
zich deze zaken toe te eigenen, dan wel voor
risico van huurder op straat te laten zetten,
geheel naar eigen goeddunken. Ook kan verhuurder
ervoor kiezen de betreffende zaken te laten
afvoeren om ze onmiddellijk te laten vernietigen
of om ze tijdelijk op te laten slaan. Als
verhuurder de betreffende zaken heeft laten
vervoeren en doen opslaan kan huurder die zaken
slechts van verhuurder terugkrijgen gedurende de
tijd dat deze zijn opgeslagen tegen betaling
ineens van al hetgeen verhuurder van huurder te
vorderen heeft. Verhuurder is niet aansprakelijk
voor schade aan de betreffende zaken ontstaan
tijdens het verwijderen, het vervoer of de
opslag.
2.9 Het in 2.8 bepaalde is niet van toepassing
op roerende zaken die huurder heeft overgedragen
aan de opvolgende huurder, mits van deze
overdracht schriftelijk aan verhuurder kennis is
gegeven.
Verandering van de inrichting of de gedaante
door huurder
3.1 Huurder zal verhuurder te allen tijde tijdig
tevoren schriftelijk informeren over elke
verandering van of toevoeging aan de inrichting
of de gedaante die huurder in, aan of op het
gehuurde wenst aan te (Iaten) brengen of te
hebben. Onder veranderingen wordt mede verstaan
het aanbrengen van gaten in vloeren, plafonds of
gevels, tenzij het gaat om eenvoudige schroef-
of spijkergaten van geringe afmetingen.
3.2 Het is huurder niet toegestaan om zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van
verhuurder de inrichting of de gedaante van het
gehuurde geheel of gedeeltelijk te veranderen of
daaraan iets toe te voegen, indien de
veranderingen bij het einde van de huur niet
zonder noemenswaardige kosten door huurder
ongedaan kunnen worden gemaakt en verwijderd.
Veranderingen of toevoegingen die huurder zonder
voorafgaande toestemming van de verhuurder heeft
aangebracht, zullen bij het einde van de
huurovereenkomst door huurder ongedaan worden
gemaakt.
3.3 Huurder heeft voorafgaande schriftelijke
toestemming van verhuurder nodig voor
veranderingen of toevoegingen op of aan de
buitenzijde van het gehuurde, met inbegrip van
het erf, het balkon, de gemeenschappelijke
ruimten en van de tuin (tenzij het gaat om de
inrichting als siertuin).
3.4 Tenzij partijen schriftelijk anders
overeenkomen, verleent verhuurder geen
toestemming voor veranderingen en toevoegingen
die huurder wenst aan te brengen indien:
-daardoor de verhuurbaarheid van het gehuurde
wordt geschaad;
-de wijziging leidt tot een waardedaling van het
gehuurde;
-deze niet noodzakelijk zijn voor een doelmatig
gebruik van het gehuurde;
-deze het woongenot niet verhogen;
-wanneer zwaarwichtige bezwaren van verhuurder
zich overigens tegen het aanbrengen daarvan
verzetten.
3.5 Er is in ieder geval sprake van
zwaarwichtige bezwaren van verhuurder, indien de
veranderingen of toevoegingen: -niet voldoen aan
de ter zake geldende overheidsvoorschriften
en/of voorschriften van nutsbedrijven of wanneer
de eventueel daarvoor benodigde vergunningen
niet zijn verkregen;
-van onvoldoende technische kwaliteit zijn;
-de verhuurbaarheid van het gehuurde en/of
naastliggende woningen aantasten;
-een goed woningbeheer bemoeilijken;
-overlast en/of hinder aan derden veroorzaken of
kunnen veroorzaken;
2
-leiden tot het niet meer kunnen toewijzen
van de woning aan woningzoekenden uit de
primaire doelgroep van
verhuurder;
-redelijkerwijze schadelijk zijn of kunnen zijn
voor het gehuurde of het gebouw waarvan het
gehuurde deel
uitmaakt; -de aard van het gehuurde wijzigen;
-in strijd zijn met de voorwaarden waaronder de
eigenaar van het gehuurde de eigendom van het
gehuurde heeft verworven.
3.6 Verhuurder is bevoegd aan zijn toestemming
voorschriften voor de huurder te verbinden of
daarbij een last op te leggen, met name met
betrekking tot de door hem te gebruiken
materialen en de kwaliteit daarvan, de toe te
passen constructies en de te volgen werkwijzen,
in het bijzonder met het oog op de mogelijkheid
van en de gevolgen voor toekomstig onderhoud en
veiligheid. Verhuurder kan aan een te verlenen
toestemming voorts voorschriften verbinden met
betrekking tot een brand-, storm- en
W.A.-verzekering, met betrekking tot belastingen
en heffingen en met betrekking tot
aansprakelijkheid.
3.7 Verhuurder zal bij zijn toestemming kenbaar
maken of de veranderingen bij het einde van de
huurovereenkomst wel of niet ongedaan gemaakt
moeten worden. Verhuurder is, in het geval dat
hij ongedaanmaking verlangt, bevoegd een
garantie of een andere zekerheid voor de
nakoming van die verplichting te verlangen. De
ongedaanmaking kan alleen achterwege blijven
indien verhuurder op gezamenlijk schriftelijk
verzoek van huurder en de nieuwe huurder alsnog
akkoord gaat met de handhaving van de door
huurder aangebrachte of door huurder overgenomen
veranderingen of voorzieningen, in die zin dat
deze door de nieuwe huurder kunnen worden
overgenomen. Deze toestemming door verhuurder
kan alleen worden gevraagd door gebruik te maken
van een door verhuurder aan de vertrekkende
huurder of de nieuwe huurder ter beschikking te
stellen overnameformulier. De nieuwe huurder zal
vervolgens op zijn beurt bij het einde van de
met hem gesloten huurovereenkomst voor het
ongedaan maken van de verandering zorg dragen,
tenzij deze opnieuw achterwege kunnen blijven
vanwege het in de eerste zin van de bepaling
gestelde.
3.8 Huurder is verplicht tot onderhoud en
reparatie van de door hem aangebrachte of
overgenomen veranderingen en toevoegingen. In
het geval huurder van een aan hem voorafgaande
huurder zaken, veranderingen of voorzieningen
heeft overgenomen, zullen deze nimmer kunnen
leiden tot aansprakelijkheid van verhuurder.
Huurder vrijwaart verhuurder voor aanspraken van
derden voor schade veroorzaakt door huurder
aangebrachte veranderingen en voorzieningen.
3.9 De niet behangen wanden en plafonds in het
gehuurde mogen niet door huurder van behang
worden voorzien. Het is huurder verboden
stickers op verfwerk te plakken en
vloerbedekking direct op de dekvloeren of
trappen te lijmen. Door huurder op wanden
aangebrachte structuur, zoals stucwerk,
structuurverf, granol, putz en dergelijke, dient
bij eindigen van de huurovereenkomst door
huurder ongedaan te zijn gemaakt, tenzij de
opvolgende huurder schriftelijk aan verhuurder
te kennen heeft gegeven dat hij de aangebrachte
structuur op de wanden van huurder overneemt en
dat hij (de opvolgende huurder) op zijn beurt
bij beëindiging van zijn huuroverkomst voor
verwijdering daarvan zal zorgdragen.
3.10 Een door verhuurder gegeven toestemming is
eenmalig en geldt niet voor ander of opvolgende
gevallen.
3.11 Verhuurder is niet gebonden aan een
voordracht door huurder van een hem opvolgende
huurder voor het gehuurde; ook niet als die
voorgedragen opvolgende huurder zaken van
huurder of aangebrachte voorzieningen of
wijzigingen in/aan het gehuurde van huurder wil
overnemen.
3.12 Ten aanzien van de wijzigingen en
voorzieningen aan/in het gehuurde is het
gestelde in 2.1 tot en met 2.9 van de
onderhavige algemene bepalingen van
overeenkomstige toepassing.
3.13 Alle veranderingen die in strijd met de
voorwaarden van verhuurder door huurder zijn
aangebracht, moeten op eerste aanzegging van
verhuurder ongedaan worden gemaakt.
3.14 Indien door huurder aangebrachte zaken in
verband met onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden aan het gehuurde c.q. het
gebouw of complex waarvan het gehuurde deel
uitmaakt tijdelijk moeten worden verwijderd,
zullen de kosten van de verwijdering, eventuele
opslag en het opnieuw aanbrengen voor rekening
en risico van huurder komen, zulks ongeacht of
verhuurder voor het aanbrengen van de
betreffende zaken toestemming heeft verleend.
Wijzigingen of voorzieningen door verhuurder
4.1 Indien en voor zover van overheidswege aan
verhuurder dwingende voorschriften worden
gegeven tot veranderingen, aanpassingen of
verbeteringen van het gehuurde afzonderlijk, dan
wel van het gebouw of complex waarvan het
gehuurde deel uitmaakt, verklaart huurder deze
veranderingen in, op, aan of bij het gehuurde te
zullen toestaan.
4.2 Indien het gehuurde deel uitmaakt van een
complex van meerdere zelfstandige woningen en
verhuurder het complex, of een gedeelte daarvan
waarvan het gehuurde deel uitmaakt, wenst te
veranderen, aan te passen of te verbeteren,
terwijl die werkzaamheden van overheidswege niet
dwingend zijn voorgeschreven, moet huurder
daartoe de gelegenheid geven mits:
a. tenminste 70 % van de huurders binnen het
complex, of een gedeelte daarvan, waarvan het
gehuurde deel uitmaakt, met de voorgestelde
verandering, aanpassing of verbetering heeft
ingestemd;
b. de voorgestelde verandering, aanpassing of
verbetering om technische, organisatorische,
sociale en/of financiele redenen slechts
complexgewijs of per betreffend gedeelte kan
worden aangebracht;
c. verhuurder huurder tijdig heeft geïnformeerd
over de voorgenomen verandering, aanpassing of
verbetering en met huurder respectievelijk de
bewonerscommissie heeft overlegd.
4.3 Indien verhuurder volgens 4.1 of 4.2.
gerechtigd of verplicht is bepaalde wijzigingen
of vernieuwingen in of aan het gehuurde aan te
brengen, is het verhuurder toegestaan de
huurprijs te vermeerderen met een bedrag dat in
redelijke verhouding staat tot de door
verhuurder gemaakte kosten van deze ingrepen,
veranderingen en toevoegingen.
3
Verhuurder zal echter geen verhoging in
rekening brengen voor die wijzigingen of
vernieuwingen die zijn aan te merken als het
verhelpen van achterstallig onderhoud tot het
onderhoudsniveau dat bij de oorspronkelijke
huurprijs past.
4.4 Huurder heeft het recht om, binnen drie
maanden na het in rekening brengen door
verhuurder van de verhoging van de huurprijs,
deze verhoging ter beoordeling aan de
huurcommissie voor te leggen teneinde de
huurcommissie uitspraak te laten doen of het bed
rag van de verhoging in redelijke verhouding
staat ten opzichte van de door verhuurder
bestede kosten van de verbeteringen (de ingrepen
respectievelijk de voorzieningen). Het
vorenstaande laat onverlet de bevoegdheid van
partijen om binnen acht weken nadat aan hen een
afschrift van de uitspraak van de huurcommissie
is verzonden, een beslissing van de rechter te
vorderen.
4.5 Bij veranderingen, aanpassingen of
verbeteringen als bedoeld in 4.1 en 4.2 is het
gestelde in 10.5 van toepassing
Lift
5.1 Indien tot het complex waarvan het gehuurde
deel uitmaakt een lift behoort zullen huurder,
diens huisgenoten en bezoekers alle
voorschriften, gegeven of nog te geven door of
namens verhuurder, de liftinstallateur of de
overheid, nauwkeurig nakomen.
5.2 Verhuurder zal zorgdragen voor het afsluiten
van een service-abonnement ten behoeve van de
liftinstallatie.
Centrale verwarming en warmwaterinstallatie
6.1 Indien in het gehuurde een eigen,
individueel te bedienen, centrale
verwarmingsinstallatie of een
warmwaterinstallatie aanwezig is, zal huurder
voor het behoud daarvan zorg dragen "als
een goed huurder".
6.2 Voor rekening van huurder zijn zonder
uitzondering alle kosten voor herstel van schade
ontstaan door nalatigheid, onoordeelkundig
gebruik of het op ondeskundige wijze onderhouden
van de installaties met toebehoren door huurder
zelf of door personen, die door hem zijn
aangewezen.
6.3 Huurder is verplicht bij vorst alle
maatregelen te nemen die hem ten dienste staan
ter voorkoming van bevriezing van de centrale
verwarmingsinstallatie, de warmwaterinstallatie
en de waterleiding.
In geval van afwezigheid van huurder gedurende
het stookseizoen, is het -met het oog op
bevriezingsgevaar voor genoemde installaties -huurder
niet toegestaan de radiatoren van de centrale
verwarmingsinstallatie af te sluiten.
6.4 Indien en voor zover dit niet door
verhuurder voor rekening van huurder geschiedt,
zal huurder voor zijn rekening zorg dragen voor
het afsluiten van een service-abonnement bij een
erkend installatiebedrijf, in welk abonnement
het periodiek onderhoud van de installaties met
toebehoren is begrepen. Verhuurder heeft het
recht op inzage van dit serviceabonnement.
6.5 Mocht de centrale verwarmingsinstallatie of
de warmwaterinstallatie deel uitmaken van een
groter systeem, dat ook ten dienste staat aan
andere ruimten dan het gehuurde, dan zullen de
verwarming en de warmwaterinstallatie door
verhuurder in bedrijf worden gesteld en gehouden
en zorgt verhuurder voor het afsluiten van een
service-abonnement.
Gemeenschappelijke of centrale
antenne-inrichting
7.1 Indien het gehuurde is, wordt, of kan worden
aangesloten op een bestaand gemeenschappelijk of
een centraal systeem voor de ontvangst van
televisie- en radioprogramma's, is het huurder
niet geoorloofd eigen antennes aan te brengen of
te handhaven, of wijzigingen aan het systeem aan
te brengen.
7.2 Uitsluitend het in het gehuurde aangebrachte
aansluitpunt op de gemeenschappelijke of de
centrale antenneinrichting mag worden gebruikt
voor de aansluiting van ontvangsttoestellen.
Voor deze aansluiting dient huurder gebruik te
maken van voor zijn rekening aan te schaffen
deugdelijke aansluitsnoeren.
Huurder is aansprakelijk voor de schade aan de
installatie, ontstaan door het gebruik van niet
goed werkende ontvangsttoestellen of
ondeugdelijke aansluitsnoeren.
Tuin, erf, erfafscheidingen, opstallen
8.1 Indien tot het gehuurde een tuin of een erf
behoort, is huurder verplicht de tuin aan te
leggen, te gebruiken, te onderhouden en te
handhaven als siertuin en het erf en de tuin
niet te bezigen voor de opslag van zaken, van
welke aard dan ook, of voor het stallen van een
of meer auto's, caravans, boten e.d. Bomen en
struiken, ook de bomen en struiken die bij
aanvang van de huur aanwezig zijn, dienen door
huurder te worden onderhouden en tijdig te
worden gesnoeid. Als bomen of struiken in de
tuin overlast veroorzaken moeten deze op kosten
van huurder worden verwijderd. Indien een
kapvergunning nodig is, dient huurder deze met
medeweten van verhuurder voor zijn rekening aan
te vragen. Schade veroorzaakt door bomen,
struiken of andere beplanting is voor rekening
van huurder.
8.2 Het is huurder niet toegestaan zonder
toestemming van verhuurder erfafscheidingen,
schuren, getimmerten en andere opstallen te
plaatsen, te wijzigen of te verwijderen.
8.3 Het bepaalde in 3.1 tot en met 3.14 is van
overeenkomstige toepassing.
4
Zonwering
9.1 Het is huurder niet toegestaan uitwendige
zonwering aan te brengen, tenzij hij tevoren de
goedkeuring van verhuurder heeft verworven ten
aanzien van de constructie, de kleur en de wijze
van bevestiging.
9.2 Het bepaalde in 3.1 tot en met 3.14 is van
overeenkomstige toepassing.
Onderhoud
10.1 Huurder is ingevolge de wet (artikel 7:217
juncto 240 Burgerlijk Wetboek), deze
huurovereenkomst of het gebruik verplicht tot
het verrichten van kleine herstellingen aan, op
of in het gehuurde en verhuurder is verplicht op
verlangen van huurder de overige gebreken te
verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven
vereist die in de gegeven omstandigheden
redelijkerwijs niet van verhuurder zijn te
vergen. Partijen zullen daartoe tijdig en op
deugdelijke wijze -ieder voor zijn rekening -die
voorzieningen, vernieuwingen daaronder begrepen,
treffen of doen treffen, die daarvoor nodig zijn
en waartoe de wet, enig wettelijk voorschrift of
overeengekomen voorwaarden hen verplicht.
10.2 Het gestelde in 10.1 laat onverlet de in
3.8 opgenomen verplichting van huurder tot
onderhoud, herstel en vernieuwing van door of
vanwege huurder zelf aangebracht voorzieningen.
10.3 De voor rekening van huurder komende kleine
herstellingen worden door of namens verhuurder
verricht indien dit onderhoud onder de door of
namens verhuurder te verzorgen leveringen en
diensten in 6 van de huurovereenkomst is
opgenomen.
10.4 Het hiervoor bepaalde laat onverlet de
verplichting van ieder van partijen, die
voorzieningen voor zijn rekening te nemen, die
dienen te worden getroffen als gevolg van opzet,
schuld, nalatigheid of onoordeelkundig gebruik
van hemzelf of van personen voor wie hij
aansprakelijk is.
10.5 Indien verhuurder het nodig oordeelt aan
het gehuurde of het gebouw of complex waarvan
het gehuurde deel uitmaakt of aan belendingen
onderhoud, herstel, vernieuwing of andere
werkzaamheden te verrichten of te doen
verrichten of indien deze nodig zijn in verband
met eisen of maatregelen van de overheid of
openbare nutsbedrijven, zal huurder de personen,
nodig voor het verrichten van die werkzaamheden
in het gehuurde toelaten en die werkzaamheden en
het eventuele ongerief gedogen, zonder daarvoor
schadevergoeding, vermindering van de
betalingsverplichting dan wel ontbinding van de
huurovereenkomst te kunnen vorderen. Verhuurder
zal omtrent het tijdstip van de uitvoering van
de werkzaamheden, tijdig overleg met huurder
plegen.
10.6 Indien een der partijen nalaat onderhoud,
herstel of vernieuwing te zijnen laste uit te
voeren of te doen uitvoeren dan wel indien deze
op onoordeelkundige of slechte wijze zijn
uitgevoerd -, is de andere partij gerechtigd om
die werkzaamheden voor rekening en risico van de
nalatige partij te (doen) verrichten, nadat deze
een schriftelijke ingebrekestelling heeft
gekregen waarin hem een redelijke termijn voor
de nakoming is verleend.
Indien de voor rekening van huurder komende
werkzaamheden geen uitstel kunnen gedogen, is
verhuurder gerechtigd deze terstond voor
rekening huurder te verrichten of te doen
verrichten.
Toegang
11.1 Verhuurder en alle door hem aan te wijzen
personen zijn gerechtigd het gehuurde na overleg
met huurder op werkdagen tussen 08.00 uur en
17.30 uur te betreden voor inspectie van de
staat van het gehuurde voor de in 10.3 tot en
met 10.6 genoemde werkzaamheden en voor taxaties.
In noodgevallen is verhuurder gerechtigd ook
zonder overleg en/of buiten genoemde tijdstippen
het gehuurde te betreden.
11.2 Bij voorgenomen verkoop of veiling van het
gehuurde, en de laatste drie maanden voor het
einde van de huurovereenkomst, is huurder
verplicht, na voorafgaande mededeling door of
vanwege verhuurder, gelegenheid tot bezichtiging
van het gehuurde te geven van 10.00 tot 12.00
uur en van 14.00 tot 16.00 uur op werkdagen
alsmede op de veilingdagen en zal hij
gebruikelijke 'te huur' of 'te koop' borden of
biljetten aan of bij het gehuurde gedogen.
Schade en aansprakelijkheid
12.1 Wanneer in, op of aan het gehuurde schade
is ontstaan of dreigt te ontstaan, waaronder
schade of dreigende schade aan leidingen, kabels,
buizen, afvoeren, rioleringen, installaties en
apparatuur, dient huurder de verhuurder daarvan
onverwijld schriftelijk in kennis te stellen.
12.2 Indien er onmiddellijke schade dreigt of
ontstane schade zich dreigt uit te breiden,
dient huurder dit terstond bij verhuurder te
melden en is huurder verplicht om onverwijld
passende maatregelen te nemen ter voorkoming en
beperking van (verdere) schade in of aan het
gehuurde. Dit geldt in het bijzonder wanneer er
schade tengevolge van enige weersgesteldheid is
of dreigt te ontstaan.
12.3 Wanneer het gehuurde deel uitmaakt van een
verzamelgebouw of een complex van woningen,
geldt het in 12.1 en 12.2 gestelde eveneens ten
aanzien van het totale gebouw of complex, meer
in het bijzonder ten aanzien van de
gemeenschappelijke ruimten en de belendingen.
Rechtstreeks optreden van huurder is in deze
gevallen alleen dan vereist, wanneer zulks
redelijkerwijs van hem verwacht mag worden.
12.4 Verhuurder is niet aansprakelijk voor
schade en derving van huurgenot die huurder
en/of zijn huisgenoten lijdt/lijden of voor
schade aan zaken toebehorende aan huurder en/of
zijn huisgenoten als gevolg van zichtbare of
onzichtbare gebreken aan het gehuurde, tenzij
die schade of derving huurgenot aan verhuurder
is toe te rekenen of indien die schade is
veroorzaakt door een gebrek dat bij het aangaan
van de huurovereenkomst aanwezig was en dat
verhuurder dat toen kende of had behoren te
kennen.
5
12.5 Verhuurder is niet aansprakelijk voor de
schade, veroorzaakt aan de persoon en/of zaken
van de huurder of diens huisgenoten door storm,
vorst, blikseminslag, ernstige sneeuwval,
overstromingen, stijging of daling van het
grondwaterpeil, natuurrampen, atoomreacties,
gewapende conflicten, burgeroorlogen, opstanden,
onlusten, molest en andere calamiteiten.
12.6 Huurder is aansprakelijk voor schade aan
het gehuurde, die is ontstaan door een hem toe
te rekenen tekortschieten in de nakoming van een
verplichting uit de huurovereenkomst. Alle
schade, behalve brandschade, wordt vermoed
daardoor te zijn ontstaan. Onder huurder wordt
in dit lid mede verstaan: huisgenoten van de
huurder en derden, die zich in het gehuurde
bevinden.
12.7 Huurder is gehouden tot het afsluiten van
-en tot het instandhouden van -een adequate
inboedelverzekering op gebruikelijke voorwaarden.
Voor schade die valt onder de reikwijdte en
dekking van een door huurder afgesloten
verzekering dient huurder zich eerst tot zijn
verzekeraar te wenden.
Bescherming woonklimaat
13.1 Indien het gehuurde deel uitmaakt van een
gebouw of complex, waartoe ruimten en terreinen
behoren waarop huurder geen exclusieve
gebruiksrechten heeft, zal hij zijnerzijds er
toe bijdragen, dat deze ruimten en terreinen
niet worden verontreinigd en niet worden
gebruikt voor andere doeleinden dan waartoe zij
kennelijk, dan wel krachtens de huurovereenkomst
of de aanwijzingen van verhuurder, zijn bestemd.
Huurder zal met name niet het dak, de
schakelruimten voor de lift, de brandladders, de
ruimte voor de centrale verwarmingsinstallatie
en de ruimte voor de hydrofoor betreden of doen
betreden. Het is huurder evenmin toegestaan
voertuigen, kinderwagens, fietsen of andere
voorwerpen elders dan op of in de daarvoor
bestemde gelegenheden te plaatsen, of beddengoed,
wasgoed e.d. aan de buitenzijde van het gebouw,
anders dan binnen het balkon, te kloppen of uit
te hangen.
13.2 Het is huurder zonder voorafgaande
toestemming van verhuurder niet toegestaan:
a. op of aan het gehuurde reclame, in welke vorm
dan ook, voor zich of voor derden aan te brengen
of te doen aanbrengen;
b. een mechanische afzuigkap en andere
apparatuur aan te sluiten of te doen aanbrengen
op een ventilatiekanaal;
c. de in het gehuurde aanwezige rookkanalen in
te richten of te gebruiken ten behoeve van een
open haardvuur of een zogenaamde allesbrander,
tenzij het om gebruik gaat ten behoeve van een
open haard die van het gehuurde deel uitmaakt.
Het gestelde in 3.1 tot en met 3.14 is van
overeenkomstige toepassing.
13.3 Het is huurder niet toegestaan:
a. in of bij het gehuurde dieren te houden die
overlast veroorzaken;
b. verbrandingsgassen op andere wijze dan via
aanwezige rookkanalen af te voeren of daarvoor
ontluchtingskanalen te gebruiken.
c. hennep of soortgelijke gewassen in het
gehuurde te telen, verdovende middelen te hebben
en/of daarin handel te drijven vanuit het
gehuurde of enige andere activiteit te
verrichten die op grond van opiumwet strafbaar
zijn gesteld. Het handelen in strijd met dit
verbod is dermate ernstig dat dit ontbinding van
de huurovereenkomst op de kortst mogelijke
termijn rechtvaardigt.
13.4 Huurder zal omwonenden of huurders van
hetzelfde gebouw of complex geen hinder of last
bezorgen en er voor zorgdragen dat de bij hem
met zijn goedvinden aanwezige derden alsmede
zijn of hun bezoekers dit evenmin doen.
13.5 De bepalingen 13.1 t/m 13.4 beogen onder
meer het bevorderen van goed woonklimaat tussen
de gebruikers van het gebouw of complex waartoe
het gehuurde behoort.
13.6 Huurder zal zich gedragen en het gehuurde
gebruiken en onderhouden zoals het een goed
huurder betaamt.
Bijkomende leveringen en diensten
14.1 Voor zover het gehuurde deel uitmaakt van
een gebouw of complex en de leveringen en
diensten mede betrekking hebben op andere
daartoe behorende gedeelten stelt verhuurder het
naar zijn oordeel redelijkerwijs voor rekening
van huurder komende aandeel in de kosten van die
leveringen en diensten vast. Verhuurder hoeft
daarbij geen rekening te houden met de
omstandigheid dat de huurder van een of meer van
deze leveringen en diensten geen gebruik maakt.
14.2 Verhuurder verstrekt huurder elk jaar,
uiterlijk 6 maanden na het verstrijken van dat
kalenderjaar, een rubrieksgewijs overzicht van
de aan verhuurder in rekening gebrachte kosten
van de leveringen en diensten, met vermelding
van de wijze van berekening daarvan en voor
zover van toepassing, het aandeel van huurder in
die kosten. Indien aan de verhuurder kosten in
rekening worden gebracht, die niet een
kalenderjaar betreffen, maar een andere periode
van 12 maanden die een boekjaar vormt en welk
boekjaar in het verstreken kalenderjaar eindigt,
neemt de verhuurder de kosten over die andere
periode in het hiervoor bedoelde overzicht op.
Bij beëindiging van de huur heeft het overzicht
als hiervoor bedoeld betrekking op het tijdvak
van het kalenderjaar, dat op het tijdstip van de
beëindiging reeds is verstreken.
14.3 Wat blijkens het overzicht over de
betreffende periode, rekening houdend met
voorschotbetalingen, door huurder te weinig is
betaald of door verhuurder te veel is ontvangen,
dient binnen een maand na verstrekking van het
overzicht te worden bijbetaald of terugbetaald.
14.4 Verhuurder biedt huurder desgewenst de
gelegenheid, gedurende een maand na verstrekking
van een overzicht, tot inzage van de aan het
overzicht ten grondslag liggende boeken en
andere zakelijke bescheiden of van afschriften
daarvan.
6
14.5 Huurder is gebonden aan een inkrimping
of uitbreiding van de door verhuurder te
verzorgen leveringen en diensten en het daarbij
behorende gewijzigde voorschotbedrag, indien die
wijziging betrekking heeft op leveringen en
diensten die slechts aan een aantal huurders
gezamenlijk geleverd kunnen worden en tenminste
70% van die huurders daarmee heeft ingestemd.
Een huurder die niet met de wijziging heeft
ingestemd, kan binnen acht weken na de
schriftelijke kennisgeving van de verhuurder dat
overeenstemming is bereikt met tenminste 70% van
de huurders, een beslissing van de rechter
vorderen omtrent de redelijkheid van het
voorstel.
14.6 Ingeval tot de leveringen en diensten de
levering van gas, electriciteit, warmte en/of
(warm) water behoort kan verhuurder na overleg
met huurder de wijze van bepalen van het
verbruik en het daaraan gekoppelde aandeel van
huurder in de kosten van het verbruik aanpassen.
14.7 Wordt het verbruik van gas, electriciteit,
warmte of (warm) water bepaald aan de hand van
verbruiksmeters en ontstaat wegens niet of
onjuist functioneren van deze meters een geschil
over huurders aandeel in de kosten van verbruik,
dan wordt dit aandeel vastgesteld door een
bedrijf dat in het meten en vaststellen van
afgenomen gas, electriciteit, warmte en/of
(warm) water is gespecialiseerd. Dit geldt
eveneens bij beschadiging, vernietiging of
fraude met betrekking tot de meters,
onverminderd alle andere rechten die verhuurder
in dat geval tegenover huurder heeft, zoals het
recht op herstel of vernieuwing van de meters en
vergoeding van geleden schade.
Kosten van verbruik
15. De kosten van verbruik van water, gas,
elektriciteit en andere energie, waaronder
begrepen de kosten van het aangaan van een
overeenkomst tot levering en de meterhuur
daarvoor, alsmede de kosten verbonden aan het
leveren van beeld, geluid- en andere signalen,
zijn voor rekening van huurder, ook indien deze
door de leverancier aan verhuurder in rekening
worden gebracht.
Huurder is verplicht zich aan de reglementen en
voorschriften van de desbetreffende instanties
te houden en dient het voor zijn rekening
plaatsen en opnemen van meters te gedogen.
Boetes, onkosten en schade, veroorzaakt door of
verschuldigd wegens handelingen van huurder in
strijd met de voorschriften terzake van deze
voorzieningen, komen ten laste van huurder.
Betalingen
16. De betaling van de huurpenningen en van al
hetgeen verder krachtens deze overeenkomst is
verschuldigd, zal uiterlijk op de vervaldata in
Nederlands wettig betaalmiddel -zonder
opschorting, korting, aftrek of verrekening met
een vordering welke huurder op verhuurder heeft
of meent te hebben, behoudens in het geval als
gesteld in artikel 7:206 lid 3 Burgerlijk
Wetboek -geschieden door storting dan wel
overschrijving op een door verhuurder op te
geven rekening. Het staat verhuurder vrij door
middel van schriftelijke opgave aan huurder
wijziging aan te brengen in de plaats of wijze
van betaling. Verhuurder is gerechtigd te
bepalen op welke openstaande vordering uit de
huurovereenkomst een door hem van huurder
ontvangen betaling in mindering komt, tenzij
huurder bij de betaling uitdrukkelijk anders
aangeeft. In het laatste geval is het gestelde
in artikel 6:50 Burgerlijk Wetboek niet van
toepassing.
Hoofdelijkheid, medehuur
17.1 Indien meerdere personen zich als huurder
hebben verbonden, zijn deze steeds hoofdelijk en
ieder voor het geheel jegens verhuurder
aansprakelijk voor alle uit de huurovereenkomst
voortvloeiende verbintenissen. Uitstel van
betaling of kwijtschelding door verhuurder aan
een der huurders of een aanbod daartoe, betreft
alleen die huurder.
17.2 lemand die samen met een of meer anderen de
huurovereenkomst met verhuurder is aangegaan en
heeft ondertekend, zonder dat er sprake is van
wettelijk medehuurderschap, verliest zijn
huurderschap niet door het gehuurde definitief
te verlaten. Ook dan blijft hij hoofdelijk
aansprakelijk voor de verplichtingen uit de
huurovereenkomst. Een contractuele medehuurder (samenhuurder)
kan slechts samen met de andere huurder(s) de
huurovereenkomst door opzegging beëindigen.
17.3 Bij het aangaan van de overeenkomst dient
huurder aan verhuurder te melden of hij gehuwd
is dan wel een geregistreerd partnerschap is
aangegaan. Huurder zal de persoonsgegevens van
zijn partner aan verhuurder opgeven. Indien
huurder na het aangaan van de huurovereenkomst
huwt, dan wel een geregistreerd partnerschap
aangaat, zal hij dit terstond schriftelijk aan
verhuurder meld en onder opgave van de
persoonsgegevens van de partner.
17.4 De verbintenissen uit de huurovereenkomst
zijn, ook wat erfgenamen en andere
rechtverkrijgenden van huurder betreft,
hoofdelijk.
Huurprijswijziging
18 Indien het gehuurde zelfstandige woonruimte
met een geliberaliseerde huurprijs betreft:
-vindt de jaarlijkse huurprijswijziging plaats
op basis van de wijziging van het
maandprijsindexcijfer volgens de
consumentenprijsindex (CPI), reeks alle
huishoudens (2000=100), gepubliceerd door het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS);
-wordt de gewijzigde huurprijs berekend volgens
de formule: de gewijzigde huurprijs is gelijk
aan de geldende huurprijs op wijzigingsdatum,
vermenigvuldigd met het indexcijfer van de
vierde kalendermaand die ligt voor de
kalendermaand waarin de huurprijs wordt
aangepast, gedeeld door het indexcijfer van de
zestiende kalendermaand die ligt voor de
kalendermaand waarin de huurprijs wordt
aangepast;
7
-zal de huurprijs niet gewijzigd worden
indien de aanpassing leidt tot een lagere
huurprijs dan de laatstgeldende, doch in dat
geval blijft die laatstgeldende huurprijs
ongewijzigd, totdat bij een volgende indexering
het indexcijfer van de kalendermaand, die ligt
vier kalendermaanden v66r de kalendermaand
waarin de huurprijs wordt aangepast, h6ger is
dan het indexcijfer van de kalendermaand, die
ligt vier kalendermaanden voor de kalendermaand
waarin de laatste huurprijsaanpassing heeft
plaatsgevonden. Alsdan worden bij die
huurprijswijziging het indexcijfer van de
kalendermaand gehanteerd, die vier
respectievelijk 16 maanden ligt voor de
kalendermaand waarin de huurprijs wordt
aangepast;
-zal een zoveel mogelijk vergelijkbaar
indexcijfer worden gehanteerd, indien het CBS de
bekendmaking van bedoeld prijsindexcijfer staakt
of de basis van de berekening daarvan wijzigt,
en kan bij verschil van mening hieromtrent door
de meest gerede partij aan de directeur van het
CBS een uitspraak worden gevraagd die voor
partijen bindend is. De eventueel hieraan
verbonden kosten worden door partijen elk voor
de helft gedragen;
-geldt de gewijzigde huurprijs ook indien van de
wijziging aan huurder geen afzonderlijke
mededeling wordt gedaan.
Beëindiging door opzegging
19. Beëindiging van de huurovereenkomst door
opzegging dient te geschieden:
-per deurwaardersexploot of aangetekende brief
en
-met ingang van de dag waarop een nieuwe
betaalperiode aanvangt en
-met inachtneming van een opzegtermijn.
De opzegtermijn is gelijk aan de duur van een
betaalperiode, maar is voor een opzegging door
huurder niet korter dan een maand en niet langer
dan drie maanden en voor een opzegging door
verhuurder niet korter dan drie maanden.
In verzuim zijn I boetebeding
20.1 Huurder is in verzuim door het enkele
verloop van een bepaalde termijn.
20.2 Voor elk geval dat huurder in verzuim is
met de tijdige en volledige betaling van een
geldsom, is hij 1 % rente per maand verschuldigd
over de verschuldigde hoofdsom vanaf de
vervaldatum tot aan de dag van algehele
voldoening van de hoofdsom. Hierbij wordt een
gedeelte van een maand als een voile maand
aangemerkt.
20.3 Indien een van partijen toerekenbaar
tekortschiet in de nakoming van enige
verplichting welke ingevolge de wet en/of de
huurovereenkomst op haar rust en de andere
partij daardoor gerechtelijke en/of
buitengerechtelijke maatregelen moet nemen, zijn
alle daaruit voortvloeiende kosten voor rekening
van de tekortschietende partij.
20.4 Ingeval het tekortschieten bestaat uit de
niet tijdige betaling van een geldsom en in
verband met de incassering daarvan
buitengerechtelijke kosten moeten worden gemaakt,
worden deze hierbij bepaald op tenminste 15% van
het verschuldigde bed rag met een minimum van
€. 125,--. Ingeval de buitengerechtelijke
incasso door een gemachtigde c.q. raadsman/raadsvrouw
geschiedt, worden deze bedragen vermeerderd met
de door verhuurder aan zijn gemachtigde c.q.
raadsman/raadsvrouw over de buitengerechtelijke
incassokosten verschuldigde omzetbelasting.
20.5 De aanspraak op vergoeding van
buitengerechtelijke kosten ontstaat pas nadat de
partij die tekortschiet schriftelijk door de
andere partij is aangemaand, waarbij haar een
redelijke termijn tot nakoming is gesteld en de
nakoming binnen die termijn uitblijft.
20.6 Huurder is aan verhuurder een direct
opeisbare boete van € 25,-- per kalenderdag
verschuldigd voor elke verplichting uit deze
overeenkomst met de bijbehorende algemene
bepalingen die hij niet nakomt of overtreedt,
onverminderd zijn verplichting om alsnog aan die
verplichting te voldoen en onverminderd
verhuurders overige rechten op schadevergoeding
of anderszins. Genoemd bedrag is gebaseerd op
het prijspeil 1 januari 2003 en wordt met ingang
van 1 januari 2004 jaarlijks geïndexeerd.
Appartementen
21.1 Indien het gebouw of complex waarvan het
gehuurde deel uitmaakt, is of wordt gesplitst in
appartementsrechten, is huurder verplicht de uit
de splitsingsakte, statuten of reglementen
voortvloeiende voorschriften omtrent het gebruik
in acht te nemen. Hetzelfde geldt als het gebouw
of complex eigendom is of wordt van een
coöperatie.
21.2 Verhuurder is verplicht om, voor zover dat
in zijn vermogen ligt, niet mee te werken aan
het tot stand komen van voorschriften die in
strijd zijn met de huurovereenkomst.
23.3 Verhuurder draagt er zorg voor dat huurder
in het bezit wordt gesteld van de hier bedoelde
voorschriften omtrent het gebruik.
Afvalstoffen/chemisch afval
22. Ingeval door de daartoe gerechtigde
instanties of van overheidswege richtlijnen of
voorschriften zijn gesteld ten aanzien van het (gescheiden)
aanbieden van afvalstoffen, is huurder verplicht
bij voortduring deze aanwijzingen nauwgezet na
te leven.
Bij de niet nakoming of niet volledige nakoming
van deze verplichting is huurder aansprakelijk
voor de daaruit voortvloeiende financiële,
strafrechtelijke en mogelijk andere
consequenties.
8
Wet Bescherming persoonsgegevens
23. Huurder verstrekt bij het aangaan van deze
huurovereenkomst, door ondertekening daarvan,
toestemming aan verhuurder en aan de (eventuele)
beheerder om de persoonsgegevens van huurder in
een bestand op te nemen / te verwerken.
Verzoeken
24. Behoudens in een geval dat deze door
verhuurder op eigen initiatief wordt gegeven,
kan huurder slechts een beroep doen op
toestemming, goedkeuring, een verklaring of een
mededeling van de zijde van verhuurder, indien
huurder een verzoek daartoe schriftelijk heeft
gedaan en verhuurder van zijn positieve reactie
daarop heeft laten blijken. Aan de toestemming,
goedkeuring of verklaring van verhuurder kunnen
voorwaarden zijn verbonden.
Klachten
25. Huurder zal klachten en wensen schriftelijk
indienen. In dringende gevallen zal dit
mondeling kunnen gebeuren, waarna huurder de
klacht zo spoedig mogelijk schriftelijk zal
bevestigen.
Beheerder
26. Ingeval door verhuurder een beheerder is of
wordt aangesteld, zal huurder zich omtrent alle
met de overeenkomst verband houdende
aangelegenheden met de beheerder verstaan.
Gevolgen van nietigheid of vernietigbaarheid
27. Indien een deel van de huurovereenkomst of
van de algemene bepalingen nietig of
vernietigbaar is, dan laat dit de geldigheid van
de overige bepalingen onverlet. In plaats van
het vernietigde of nietige deel geldt alsdan als
overeengekomen hetgeen op wettelijk toelaatbare
wijze het dichtst komt bij hetgeen partijen
overeengekomen zouden kunnen zijn, indien zij de
nietigheid of de vernietigbaarheid gekend zouden
hebben.
Slotbepaling
28. Tenzij partijen daarmee hebben ingestemd of
anders zijn overeengekomen is algehele of
gedeeltelijke tussentijdse ontbinding van de
huurovereenkomst en opschorting van de
verplichtingen uit de huurovereenkomst slechts
mogelijk met tussenkomst van de rechter.